zaterdag 7 mei 2016

Zuid Oost

Zuid oost was de wind vandaag, voor menig duivenliefhebber een schrikbeeld van slecht verlopende concoursen, verliezen en vooral minder punten, kampioenschappen die op de tocht komen te staan.
Wat een fenomeen is dat toch binnen de sport. Oosten wind, noord oost, zuid-oost. Verhalen over duiven die de Noordzee opvliegen en niet meer in staat zijn land te bereiken. Verhalen over duiven die in streken belanden vanwaar ze nooit meer terugkeren, jonge duiven hebben er de grootste moeite mee, oude duiven hebben het er lastig mee. 
Zo ook vandaag. Mooi vliegweer, warm, zeker voor begin mei, maar daar was die vervelend zuid ooster weer....
Er ontbreken nogal wat duiven op de hokken, het was lastig vandaag, hoewel de meeste afdelingen de 300 kilometer grens nog niet overschreden. 
Theorieën over waar het allemaal fout ging waren er ook al legio te lezen. Soms te wijten aan verkeerde keuzes voor losplaatsen, soms te wijten aan overschatting door de liefhebber of de kwaliteit van hun duiven om thuis te geraken, of wel, is er voldoende ervaring om met dit soort omstandigheden om te gaan.
Ik heb de uitslagen van vandaag gescand, ik heb ze niet uitgebreid gelezen. Wat me opviel was dat er een beste hoeveelheid oudere duiven voor in de uitslag was te vinden, meer dan andere vluchten, waar normaal de jaarlingen en tweejarigen te zien zijn. Een teken aan de wand? 
Op mijn eigen hok klok ik 3 tweejarige duivinnen, de jaarlingen zijn veel te laat, er ontbreekt er zelfs nog één. Een overnachter die de 250 kilometer niet aan kan? Is het toeval dat die tweejarigen als eerste op het hok terug zijn?
Volgens mij niet. De omstandigheden die we vandaag meemaken zijn niet veel voorkomend. Het gebeurd in Friesland niet vaak dat Harlingen en omgeving de boel plat draait in de bovenste regionen van de afdelingsuitslag. De wind is in het voordeel, daarnaast zitten ze op de voorhand als de zuid ooster de duiven over het IJsselmeer stuurt. Ze richten er niet voor niets het hele jaar voor af over de dijk. Er zitten namelijk prima duiven in die buurt, de onderlinge competitie is er hoogstaand, meestal liggen ze niet gunstig voor de programmavluchten in afdelingsverband. Door de onderlinge competitie wordt er wel gewerkt aan een goede,  competitieve duif, zo'n duif die je in het rayon en binnen je vereniging onsterfelijk zou kunnen maken.
Vastgesteld kan dus worden dat kwaliteit van de duif belangrijk is in deze. Maar wat vooral opvalt is dat je op zo'n dag duiven nodig hebt die zich niet snel van de wijs laten brengen. Duiven die al wat meegemaakt hebben, duiven die al wat getectyleerd zijn, zoals Mart Smeets dat zo mooi kan zeggen over wielrenners.
We worden dus met de neus op de feiten gedrukt, ander weer, andere duiven, andere kwaliteiten die nodig zijn om vroeg thuis te komen.
Ik hoorde laatst een verhaal over een liefhebber die witte postduiven verhuurde voor allerhande evenementen. Deze man neemt zijn duiven overal mee naar toe en lost ze, ongeacht de weersomstandigheden. Wonderwel komen deze duiven thuis, ondanks hun witte kleur, wat ze erg kwetsbaar maakt in de natuur, ondanks de soms schier onmogelijke omstandigheden waarin de duiven worden gelost. De duiven worden rustig opgeleerd, maar steeds extremer op de proef gesteld. Ze komen thuis, worden gelost in Duitsland, in Engeland, op evenementen met veel mensen, bij allerhande herdenkingen enzovoort.
Is het niet zo dat we snelheidsduivels van onze duiven hebben gemaakt? Is het niet zo dat we het normaal vinden dat de concoursen kort open staan en ook op dagfond vluchten een korte duur kennen. Machines moeten geen zand tussen de raderen hebben, dan draait er niets meer. Bij de duiven lijkt hetzelfde te gebeuren. Lossen, afstand afhaspelen, thuis opvoeren naar de volgende inkorving en gaan met die banaan, plofkippen, plofkoeien, plofduiven?
Het is een keuze, we kiezen dat we duiven willen hebben die snel thuis zijn, tot op de gram nauwkeurig gevoerd, afgesteld op de eerst komende opdracht. 
De duiven zijn inderdaad beter dan 30 jaar terug, maar voor het verbeteren van de vliegkwaliteiten moeten we blijkbaar inleveren op het vermogen te overleven. Vraag is of we op de juiste weg zijn.
Ik maak daarin keuzes, heb heel specifiek voor ogen hoe ik mijn duiven wil opleiden, iedereen is hier gelukkig vrij in, voor iedereen is er een eigen of andere manier om tot succes te komen, iets wat aantrekkelijk is aan de duivensport, individueel bepaal je, jij bepaald wat er op je hokken wel of niet gebeurd. Consequentie is dat we moeten inzien dat bepaalde keuzes ook bepaalde nadelen meedragen. Veel zijn hiermee geconfronteerd vandaag.
We hebben weer allemaal iets om over na te denken. Goede week!

www.postduivenblog.nl


Geen opmerkingen:

Een reactie posten