Coen van Haarlem, Terborg

Op 20 februari was ik even op bezoek van Coen van Haarlem, Terborg. Aanleiding was het ophalen van een duivinnetje, welke ik had kunnen kopen via een internet veiling. Coen houd al een aantal jaren zo'n verkoop.

Coen is een bekende liefhebber in de fondwereld, hij heeft door de jaren heen geweldige resultaten neergezet op de NPO meerdaagse vluchten. Een aantal wapenfeiten: Kampioen in het Internationale fondspel(nu heet dat de Noordelijke Unie), diverse kampioenschappen in rayon en afdeling, dit jaar nog wist hij het kampioenschap in de Fiante binnen te halen, voor uitblinkers Jelle Jellema en J. Beckers. Als dat lukt moet je van goede huize komen.
De laatste jaren wordt er alleen nog maar ZLU gespeeld. Coen vindt dat de NPO zijn eigen glazen ingooid met het "Code Rood" beleid, daarnaast worden naar zijn mening de duiven op de ZLU vluchten veel beter verzorgd. "Hier betaal je voor, maar het is de moeite".

Na binnenkomst komt het gesprek eigenlijk meteen goed op gang. Coen verteld over zijn methode en zijn visie hierachter.
De stam duiven is opgebouwd rond zijn "Superkweker", zoals hij deze zelf benoemd. Een doffer afkomstig van Paul van den Boogaard. Deze doffer gaf vanaf het begin goede jongen af, die bij Coen goed presteerden en een boost gaven aan zijn duivenbestand. Coen had al snel in de gaten dat dit een bijzondere kweker was, hij is dan ook continu op zoek naar duivinnen van een excellente afstamming, of die uitzonderlijk hebben gepresteerd, om aan deze doffer te koppelen. De kinderen en kleinkinderen van deze doffer blijken ook van goede kweekwaarde te zijn. Bijna een waarborg om voorlopig voorzien te zijn van goede kweekduiven. 
Goed x goed is dus het devies op het kweekhok, waar overigens wordt gewerkt met kweekboxen, om zeker te zijn dat de jongen van dat koppel ook echt van dat koppel zijn. De jongen voor het vlieghok verblijven, net als de kwekers, bij de broer van Coen, zelf in het verleden ook verdienstelijk fondspeler, maar nu in samenwerking met Coen. De jongen als jaarling overgewend naar de vlieghokken van Coen. Deze bevinden zich boven de garage, er is plek voor ongeveer 90 vliegduiven. Vanaf dit hok moeten ze zich gaan bewijzen.
Coen is hier heel duidelijk over. De ervaring heeft hem geleerd dat de jongen goed aan de tand voelen een goed inzicht geeft van welke duiven het later ook gaan doen. Opvallend is volgens Coen dat de jongen die van de nationale jonge duivenvlucht als eerste arriveren, ook als jaarling en meerjarige duif tot de beste vliegers van het hok gaan horen. "Ik wil geen meevliegers, maar kopvliegers" is het devies van Coen.
Ook de jaarlingen worden meteen flink aan de tand gevoeld. Goede kan je niet kapot spelen, als ze maar goed gezond zijn. af te meten aan de prestaties en het herstel na de vluchten. Jaarlingen moeten toch ook minimaal 2 keer meekunnen? Het kaf wordt heel snel van het koren gescheiden. Liever een jaarling dan een twijfelaar van 2 of 3 jaar in de broedbakken.
Dit verklaard ook meteen de kweekvisie van Coen. Hij zoekt naar kopvliegers, duiven die het verschil maken. Hebben ze dit bewezen, meermalen of onder extreme omstandigheden, dan wordt bekeken of het haalbaar is wat van die duiven te krijgen om mee te kunnen kweken.
Het draait volgens Coen allemaal om goede duiven, daarnaast moet de liefhebber er alles voor over hebben.  In Terborg is er dus een team, van Coen en zijn broer, daarnaast worden er nog door verschillende mensen hand en span diensten verleend om de kolonie op zijn best te laten renderen. 
Al meerdere malen zijn er duiven naar het Verre Oosten verhuisd. Dit tekent de klasse van de duiven die in Terborg huizen.

Naast dat ik een kwaliteitsduifje kocht in Terborg, heb ik er vooral gesproken met een winner, iemand die weet wat hij wil en waarom. We gaan nog veel van hem horen.

www.postduivenblog.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten