Ik heb er niet vaak veel tijd voor, maar als er gelegenheid is mag ik graag over internet struinen. Surfen is eigenlijk het juiste woord. Waar ik naar zoek? Artikelen waar ik iets van kan leren. Artikelen die mij kunnen vertellen wat ik misschien nog beter kan doen.
Ik kwam bij voorbeeld een trilogie tegen over Gerard Koopman, opgetekend ver voor zijn Red Bullens dynastie de marathon wereld op de kop zette. Maar wel een verhaal over hoe het allemaal is begonnen, met zijn vader en later op eigen benen in Ermerveen. Niet vergeten dat de combinatie Koopman voor Ermerveen toen ook al top was. Ik had de DVD ook al eens aangeschaft, een aantal keer bekeken, openhartig verhaal.
Ik kwam de verhalen tegen over Jelle Jellema, over Arjan Beens, Bas Verkerk, de blogs en artikelen van Ad Schaerlaeckens. Door deze blogs kwam ik weer eens terecht bij de vele artikelen die zijn geschreven over Willy Daniels. Daniels is een fenomeen op de halve fond, midfond zoals we dat in Nederland zeggen. Weet hij zich niet te klasseren voor allerlei titels, heeft hij toch zeker een aantal aansprekende resultaten geboekt.
In een stukje op de website van Willem de Bruijn is een verslag te vinden over een bezoek aan Daniels. Er staat een foto boven van twee giganten. De foto spreekt boekdelen. Twee mannen die elkaar snappen, elkaar niets meer hoeven uit te leggen, het allemaal hebben meegemaakt. Peuk in de mond allebei, de één geeft een duif over aan de ander. Het is bijna een trance die je ziet. De mannen zijn in hún wereld. Dan te bedenken dat de foto is gemaakt door iemand die zeker niet onder doet voor de mannen voor de camera. Historisch is het juiste woord.
Wat opvalt in alle verhalen is dat de mannen allemaal op zoek zijn naar het beste, zodat zij er het beste uit kunnen peuren. Vastleggen in wat ze al hebben en door. Op zoek naar weer beter. Sommigen knallen daar hele bedragen tegen aan, anderen shoppen in de omgeving. Misschien is dat wel wat me het meest aanspreekt in de verhalen rondom Daniels.
Ooit begonnen met duiven van grootheid Voets, een bijna buurman. Daarna met duiven uit de beteren uit zijn omgeving steeds verder gekomen. Gericht ingekocht, testen en keihard selecteren.
Wat ik geleerd heb, of misschien alleen bevestigd heb gekregen: het draait om de 3 componenten: goede duiven, goed hok en een melker die doet wat hij moet doen op het juiste moment. Geen fratsen, geen franje. Zit het tegen, zoeken naar een oorzaak. Wondermiddelen bestaan niet. Vooral rustig blijven, vasthouden aan het systeem. Gebruik maken van je mogelijkheden. Iedere winter bekijken wat je nog beter kunt doen, binnen je systeem.
Of dit iets nieuws is? Nee, ik schrijf er zelf vaak over, ook al ben ik niet iemand die ook maar in de schaduw mag staan van de mensen die ik hierboven heb genoemd. Wat ik nodig heb uit dit verhaal is als een mantra. Een mantra dat ik voor mijzelf steeds moet herhalen. Blijf doen wat je doet, niet van de hak op de tak, zorg dat je zo goed mogelijke duiven hebt, zorg dat je voor die duiven zorgt, zorg dat ze gezond blijven. Voor de marathon gekozen betekend op de marathon spelen..... Simpel, toch?
Ik heb vanochtend de duiven weer in handen gehad, dat gebeurd in het kweekseizoen elk weekend. Want duiven in bad, gelegenheid om even een indruk van de conditie te krijgen. Mijn beste in de handen. De "56". Vandaag maar eens geconcentreerd op het feit of ik haar ook de beste vind. Niet erg objectief natuurlijk, ze is sinds 2015 al mijn favoriet. Geboren in 2013, als tweejarige liet ze zien wat ze waard was, direct door naar de kweek, in 2016 kweekte ik er een serie jongen van. Van deze serie drie duivinnen die zich goed laten zien. De beste daar weer van ook weer op de kweek gezet. Ze voldeed aan de criteria die ik voor nu stel, hopelijk kan ik deze criteria zo langzamerhand wat opschroeven.
Ik vond de "56" vandaag de beste, ze zit op kleine jonkies, ideaal voor een duivin. Ik moet er wel bij zeggen dat ik deze winter de duiven nog al eens in de handen had en zij er niet als de beste uitkwam. Wat haar de beste maakt? Ze heeft het bewezen, als vlieger, nu ook als kweekster. Als je eigen jongen je komen vergezellen op het kweekhok kan je daar wel van spreken. Nee, ik ben geen topper, ik kan wel zeggen dat ik best aardige duiven heb.
Rustig opbouwen, ondertussen blijven zoeken, zoeken naar nog beter. Inkruisen in wat je hebt en uitproberen. Komt er toch vanzelf weer iets beters uit?
We gaan zien wat dit seizoen weer brengt.
Tot de volgende!
www.postduivenblog.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten