zondag 24 juli 2016

Aanpassen aan omstandigheden

Het seizoen zit er bijna op, in ieder geval mijn seizoen. Dit weekend nog Issoudun, 2 duifjes mee en komend weekend Cahors, ook nog 2 duifjes mee.
Het viel niet mee, weinig hoogtepunten, veel duiven weg, veel stof tot nadenken.
Het uitgedachte systeem is nog niet volmaakt, wordt het ook nooit, bijschaven, leren en voortschrijdend inzicht.
Alleen duivinnen op het nest spelen heeft zo z'n voordelen. Het grootste nadeel is dat de helft van de potentie van je vliegploeg onbenut blijft.
Volgend seizoen toch de doffers ook weer mee. Vliegen voor hun plekje is het devies. Ben in ieder geval begonnen met africhten van de nog aanwezige doffers, dan kunnen ze er volgend seizoen weer tegenaan. Nestspel is wel het spel wat ik blijf spelen.
Verder heb ik meer jongen nodig, vorig jaar heb ik er in totaal 30 geringd, met wat uitval en verlies met intensief africhten, blijkt het tekort te zijn om een stevige ploeg jaarlingen te creëren. De statistieken leren dat er ongeveer 2/3 de overblijft na de africhtingen, gezondheidsperikelen en selectie door de hand.
Dit seizoen heeft vooral geleerd dat we naar een duif toe moeten die met verschillende weersomstandigheden kan omgaan, geen moeite heeft met het doorkruisen van buien en fronten, warm en koud, het moet ze weinig uitmaken. Op mijn hok waren ze dit seizoen onvoldoende aanwezig. De vliegers zullen het moeten laten zien tijdens de wedstrijden, de kweekploeg moet er op afgestemd worden. Zijn deze kwekers in staat dieren te leveren die met zware en wisselende omstandigheden om kunnen gaan. Gezien de sombere berichten over klimaat veranderingen, vervuiling, maar ook mobiele netwerken, wifi en andere systemen die allerlei radiografische stralingen veroorzaken, worden er aanpassingen gevraagd van onze duiven. 
Goed opleiden is ook een pré in mijn beleving. Ik wil dat de duiven goed opgeleid worden, de kans krijgen om hard te worden, dus veel africhten, zorgvuldig opleiden, als jaarling programmavluchten met een paar keer dagfond, als tweejarige pas marathon. Veel collega overnachters zullen erom lachen, de trend is om de jaarlingen gewoon op de overnacht te zetten, vaak met een bedenkelijk aantal kilometers in de vleugels. Je haalt de duiven die van nature het talent hebben om de afstanden aan te kunnen er inderdaad meteen uit, scheelt een hoop voer en plek in het hok. Er zijn echter ook legio voorbeelden van duiven die rustig worden gebracht en een mooie carrière als marathon duif hebben of hebben gehad.  Vaak gaan ze langer mee, de duiven die snel komen zijn veelal weer snel van het toneel verdwenen. Overigens een trend die ook in het programma spel is te zien. De vooruitgang heeft dus ook zo zijn nadelen. Het helpt wel om de duiven naar voren te halen die met de omstandigheden van nu om kunnen gaan. Zaken die niet op een stamboom voorkomen. 
Was het Gaby niet, de grote Gaby, die zegt dat duiven die bij 1100 meter per minuut of minder vroeg doorkomen, de duiven zijn waar je mee verder moet?
Uitstapje naar de Tour, de Tour waar altijd wel iets valt uit te halen. De ondergang van Mollema in de laatste zware etappes was opvallend, wat nog opvallender is, is dat hem dit al een aantal keer is gebeurd. Het vermaarde Lau en Bau jaar nog vers in het geheugen, Ten Dam moest toen bijna letterlijk Mollema omhoog sleuren, ook vorig jaar was het lastig. Is het wel verstandig om Mollema drie weken achter elkaar op een fiets te zetten? Het lijkt bij hem na veertien dagen op te zijn. Parallel met de marathons: zet je een duif twee keer of drie keer per jaar voor een grote opdracht, het verschilt per duif of dit mogelijk is.
Gisteren hier in het Noorden een slecht verlopen jonge duivenvlucht, ook in deze contreien ontkomen we er niet aan. Dikke bewolking, heiig, mistig bijna, veel vocht in de lucht. Daarnaast gaf de magnetometer (www.pigeonmagnetometer.com) een hoge waarde aan. Niet zaligmakend, maar een combi van bewolking, vochtigheid en woelig magnetisch veld maken een cocktail van slechte omstandigheden, een soort van rampvlucht scenario dus. De diverse mogelijkheden die een duif heeft om te navigeren worden uitgezet. Een boot zonder radar weet ongeveer waar hij heen moet, maar precies? 
Het mooie van onze hobby is dat we dit allemaal op eigen wijze kunnen invullen en uitwerken. Wie er uiteindelijk gelijk heeft? Dat wijst elke vlucht weer opnieuw uit. Zij de het meest winnen of er altijd dichtbij zitten hebben ongetwijfeld een goed kijk. Maar dan nog, een systeem moet bij de melker en de duiven passen, tijd, middelen, hok en kwaliteit van de duiven tellen hier in mee. De omstandigheden zijn in ieder geval voor iedereen verschillend.

Genoeg over duiven, straks bij het hok voor Issoudun, eerst nog even kijken hoever Max komt vandaag. Hij riep over zijn boordradio:"I'm driving like a grandma", maar ondertussen rijdt hij wel op de 4de plek... 't Is maar hoe je het bekijkt.
Goede week.


1 opmerking: