Doorduwen, de jongen moeten nog worden afgericht. Nou ja, het eerste ploegje is bijna klaar. Vandaag onderweg naar Brabant de 11 overgebleven jongen van de mei lichting gelost in de buurt van Arnhem, bij thuiskomst zat alles weer keurig in het hok. Dinsdag nog een laatste ritje over het IJsselmeer, dan is het voor dit groepje klaar, elf duiven voor de vliegploeg 2018 erbij.
Gelost volgens het schema wat ik vorige week voor een lezer van mijn blog nog eens op papier zette. Vraag was of ik nu minder jongen verspeel dan de mensen die de jongen en natourvluchten gebruiken om de jongen op te leren. De reden om op deze manier jongen op te leiden heeft met andere zaken te maken, te lezen in het artikeltje Jongen opleren, op www.postduivenblog.nl.
Volgens mij verspeel ik er net zoveel als ieder ander. Voorbeeld van de groep die ik hierboven noemde: Er waren 21 duiven, allemaal gespeend in de maand mei, vlot op de vleugels en gezond tot een klein dipje zo'n 3 weken geleden, ik schreef hierover in een eerder blog.
Van de 21 duiven heb ik er eentje apart gezet. Reden was dat het diertje met een kuif is geboren, niet geschikt voor de mand, bij een beetje regen gaat er veel te veel water onder het verendek komen, de kuif(eigenlijk een kapje) en de veren die de kap ondersteunen sluiten niet waterdicht, wat een duif met kuif ongeschikt maakt voor vluchten, al zullen er ongetwijfeld uitzonderingen zijn. Ze zit tussen de vasthouders, bruikbaar als weduwduivin of misschien wel kweek, ze komt van goede afstamming.
Ik verspeelde uit deze groep maar liefst 6 duiven van het hok, eentje werd opgegeven en teruggehaald vanuit Luttenberg. Deze duif mistte hierdoorde eerste 5 lossingen van de groep, ik heb er de voorkeur aangegeven om dit duifje nog twee weken te laten bijkomen na zijn(of haar) avontuur in Twente. Het is beloond, met een kortere voorbereiding is de duif nog aanwezig tussen de elf overgebleven duiven. Tijdens het africhten ben ik 4 duiven kwijtgeraakt, eentje bij de eerste lossing op 25 kilometer, de andere 3 bij de eerste lossing in Noord-Holland. Deze lossing geeft altijd problemen en achterblijvers, maar ze moeten er doorheen, ik zie te vaak duiven thuis komen uit de westkant of van de eilanden af, deze duiven moeten over water kunnen vliegen, vanuit mijn verleden in Enkhuizen weet ik dat dit niet een vanzelfsprekend iets is, bevestigd door de resultaten die ik zie bij de lossingen van mijn jongen in Noord-Holland, telkens de eerste lossing geeft 20 tot 25% achterblijvers. Na die lossing geen duiven meer kwijt, twee keer kwam er eentje een dag later thuis.
Na mijn vakantie ga ik beginnen met het tweede groepje, deze duiven zijn een stuk jonger, gespeend eind Juni en Juli. Daarna zal er nog een groep moeten, deze liggen momenteel in de nesten, een ronde van de vliegers om erachter te komen of daar duiven met kweekwaarde tussen zitten.
Ik vind het overigens leuk dat er toch elke keer weer discussie is over het opleidingsschema dat ik volg met de jongen. Er zijn veel meningen, ieder doet het op zijn manier, verschil in resultaat kan je eigenlijk pas afmeten nadat de duiven hun jaarlingjaar door zijn. In mijn beleving is een duif pas een volwassen vliegduif als tweejarige.
Juist deze discussies leiden er toe dat we blijven nadenken over hoe om te gaan met de jonge garde, maar vooral, het blijven delen van ondervinding en kennis zorgt ervoor dat we verder komen in onze mooie hobby.
Tot de volgende!
www.postduivenblog.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten