Jongen opleren

Kreeg de vraag van een lezer om nog eens uit te leggen hoe ik de jongen opleer.

Ik heb hier in mijn blogs regelmatig over geschreven, hier nog een keer een uiteenzetting van het systeem wat ik al een aantal jaren toepas.

Ik ben ooit begonnen met het opleren van jongen zonder te spelen uit tijdgebrek en mogelijkheid om in te korven. Dit vanwege druk werk en een lange reistijd.
Daarom richt ik sinds 2012 de jongen in hun geboortejaar alleen maar af, maar doe dat wel op een degelijke en methodische manier.

Ik begin nooit voor 1 Juli af te richten, het valt me op dat er voor 1 Juli veel jongen kwijt raken, van het hok soms, maar ook bij (korte) lapvluchtjes van liefhebbers zelf. Na 1 Juli lijkt de atmosfeer wat rustiger, hoewel dit natuurlijk per jaar en per zomer verschillend is. Vaak begin ik nog later, pas na het overnacht seizoen(eind Juli of eerste week Augustus is dit meestal afgelopen). Ik concentreer me dan volledig op het spel met de ouden en jaarlingen, de jongen worden verzorgd, maar hebben zeker geen prio. Het kan zomaar zijn dat ze een paar dagen niet buiten komen, omdat de tijd er niet is bijvoorbeeld.
Ik heb ook de luxe dat ik geen programmaspeler ben, maar een overnacht speler, het heeft voor mij geen enkele waarde om jongen in de "punten" te draaien, voor één of ander kampioenschap. Ook heb ik jongen van verschillende leeftijden door elkaar lopen, begin ik niet vroeg te kweken en verduister ik niet. Bijlichten is ook uit den boze. Zoveel mogelijk in het ritme van de natuur, voor zover mijn werktijden dat toe laten natuurlijk.

Na het overnachtseizoen wordt er wel werk gemaakt van het opleren van de jongen. Het ritme veranderd voor de jongen, na de laatste overnachtvlucht gaan de jongen 's ochtends als eerste los, hebben de ouden even geen voorrang.
Vanaf 1 Juli pak ik ieder weekend de jongen van het hok, wordt er per duif bekeken hoever de rui is gevorderd, ook heb ik dan meteen een indruk van ieder jong aangaande conditie.
Jongen die aan beide kanten de 3de pen hebben gegooid krijgen een wit knijpringetje om. Wit betekend geschikt om af te richten op 20 tot 30 km. De kleine stapjes van 1, 3, 5 en 10 kilometer doe ik niet, als de jongen goed wegtrekken leggen ze vaak veel grotere afstanden af en komen ze ook weer terug, dus de kortere stukjes lijken me zinloos. Het doel is om duiven op te leiden, als ze moeten zoeken om thuis te komen is dat alleen maar goed, in een rechte lijn naar huis heeft weinig toegevoegde waarde.
De jongen gaan voor het eerst mee, worden gelost op vaste punten, afhankelijk van de richting die ik rij. Meestal richting Noord-Holland, op de kop van de Afsluitdijk, simpelweg omdat dat de route naar mijn werk is. Soms is het in zuidelijke richting(richting Heerenveen).
Tijdens de wekelijkse round-up wordt er een administratie bijgehouden van elke duif, een kruisje of ze aanwezig zijn, tegelijkertijd wordt bijgehouden hoe vaak ze zijn gelost met hun witte ringetje.
Na 5 keer krijgen ze een blauwe knijpring om, worden ze gelost op afstanden van 40 tot 60 kilometer, vaak halverwege de Afsluitdijk(weer de route naar mijn werk). Als ze dit ook vijf keer hebben volbracht mogen ze van 70 naar 90 kilometer met een groene knijpring om. Groen betekend lossen in Noord-Holland(over het IJsselmeer is cruciaal in onze omgeving), of lossen in Flevoland of rond Zwolle. Als ze ook dit 5 keer hebben gedaan(ik wil ze minimaal 3 maal over het IJsselmeer hebben), dan krijgen ze nog een eindopdracht: lossen op meer dan 100 kilometer, individueel gelost, dus voorbij Apeldoorn of ver Noord-Holland in. Als ze dit ook met goed gevolg hebben volbracht krijgen ze een rode of gele knijpring om(rood voor doffer, geel voor duivin) en zijn ze er klaar voor om in de container mee te gaan.

Zelf africhten heeft voor mij, naast de praktische redenen die ik al eerder opgaf, het voordeel dat ik niet gebonden ben aan een bepaalde tijd om te kweken, ik hoef immers geen rekening te houden met het begin van de jonge duivenvluchten of natour, ik kan duiven van allerlei leeftijden beginnen op te leren als ze er aan toe zijn(de 3de pen, witte knijpring). Wat wel nodig is, is een behoorlijke discipline om wekelijks de duiven te bekijken en de administartie bij te houden omtrent de lossingen. 
Waarom ik met de kleurtjes werk is ook gemak: ik kan 's ochtends de duiven uit het hok nemen, zonder alle ringen af te lezen, de kleur knijpring bepaald of ze meegaan of niet en in welke korf ze moeten. 
Africhten kan eigenlijk het jaar door, ik benut de mooie dagen in November vaak nog, kou lijkt ze niet zo te deren, regen kan een spelbreker zijn bij duiven die flink in de rui zijn. Verder wordt er niet zo naar de omstandigheden gekeken. Droog weer is prima, een klein buitje geen probleem. Bewolking is minder van belang, ik los met een grijze lucht, maar ook met een compleet strak blauwe lucht. Windrichting is alleen een gegeven, ze moeten onder elke omstandigheid thuis kunnen komen.
Ik probeer de jongen na een africhting twee dagen thuis te houden, daarna kunnen ze weer mee, de ervaring leert dat de rustdagen tussen de africhtingen zorgen dat de duiven minder gestresst zijn, dus minder gevoelig voor Coli en ander ongemak.
Ik verspeel niet meer of minder jongen dan andere liefhebbers op deze manier, het geeft me wel rust in het heen en weer racen naar het inkorflokaal, afspraken met dierenartsen om te enten enzovoorts. Geboren uit noodzaak, geeft het mij rust en ruimte om de jongen toch goed op te leiden.

Voer is als altijd: ze krijgen gewoon de mengeling die ik het hele jaar door geef, niet meer of minder. Opvoeren doe ik alleen voor de overnacht, dan kunnen ze wel wat extra's gebruiken lijkt me. De afstanden die de jongen moeten afleggen zijn dusdanig dat het niet nodig is om allerlei fratsen met voer uit te halen. 

Voor de wedstrijden worden ze pas als jaarling ingezet. Ik ben er dan ook nog best zuinig op, zeker gezien de algemene tendens in het spelen van jaarlingen. Opvallend is dat de jaarlingen de eerste vluchten moeite hebben, zoals je eigenlijk de jonge duiven op de eerste vluchten ziet doen, toch hebben ze ervaring in het zoeken en komen ze goed naar huis. Na zo'n 4 vluchten hebben ze het te pakken, net als de oudere dieren en draaien ze gewoon mee tijdens het seizoen.
Pas als tweejarige moeten ze hier laten zien wat ze waard zijn, wat ze voor die tijd doen is mooi meegenomen!

Ik hoop dat het allemaal wat duidelijker is en dat iemand hier zijn voordeel mee kan doen, voor mij werkt het in ieder geval.

www.postduivenblog.nl



Geen opmerkingen:

Een reactie posten